Kwaliteit

Kwaliteit

De kwaliteit van onze school wordt bepaald door verschillende aspecten. Al deze aspecten zijn even belangrijk en vormen samen onze kwaliteitszorg. Door op een onderdeel te klikken vind je meer informatie over waar we staan, wat onze ambities zijn en hoe we daar willen komen. Onze plannen en ambities komen ook terug in het school- en/of jaarplan. Deze vind je op de pagina onze school.

Cliëntervaringsonderzoek

Om de tevredenheid van ouders, leerlingen, medewerkers (bv. leraren, onderwijsassistenten) en onze specialisten (bv. logopedisten, orthopedagogen) in kaart te brengen, wordt elke twee jaar het cliëntervaringsonderzoek (CEO) afgenomen. Alle medewerkers, specialisten, ouders en leerlingen ontvangen een digitale vragenlijst met vragen. De vragen gaan onder andere over: onderwijs, begeleiding, ontwikkelingsperspectief, communicatie, ouderbetrokkenheid en procedures. De antwoordschaal bestaat uit oneens (1), meer oneens dan eens (2), meer eens dan oneens (3) en eens (4). Hieronder zijn de resultaten van het CEO van 2023 te zien. De resultaten op het gebied van (sociale) veiligheid worden apart weergegeven onder ‘Veiligheid’.

Na afloop van het onderzoek organiseren wij een stakeholderreview. We hebben de uitkomsten van het CEO besproken met drie groepen: met het team tijdens een teamvergadering; met alle klassenvertegenwoordigers van de klassen tijdens een ingelast overleg en met afgevaardigden van het team en ouders tijdens een stakeholders onderzoek. We vonden het fijn dat iedereen zo betrokken heeft meegedacht. Er zijn een aantal goede punten uit naar voren gekomen, waar we trots op zijn, mee aan de slag kunnen en de focus op willen houden.

 

We zijn trots op:

  • De sfeer op onze school. Alle betrokkenen waarderen dit als positief punt.
  • De positieve benadering naar de leerlingen toe. Er wordt echt gekeken naar wat de leerlingen kunnen en waar ze goed in zijn.
  • De OPP slag die we afgelopen jaar al hebben ingezet en gemaakt is te zien. De OPP’s zijn up to date en duidelijk geschreven.
  • Docenten op onze school stralen plezier en gedrevenheid uit.
  • De beroepentest op het VMBO is een heel fijne aanvulling, vooral ook de individuele gesprekken die daar op volgen met de leerlingen, geven de leerlingen houvast en duidelijkheid.

 

Wat kan beter:

  • Actieve, praktische invulling van de lessen, zeker het eerste uur (vanuit de leerlingen).
  • Communicatie en informatie richting ouders als leerlingen tussentijds instromen.
  • Beeld voor ouders van de route na onze school is niet voor iedereen duidelijk. Wat is het perspectief voor de leerling (concreet). Kunnen we hier wellicht al eerder in ouderbesprekingen aandacht aan geven?

 

We hebben de volgende actiepunten geformuleerd:

  • Leerlingen, ouders en team gaven aan dat extra zaken, naast de lessen, het onderwijs leuk(er) maken. Hier willen we komend jaar extra aandacht aan geven.
  • Komend jaar zoeken naar een meer praktische invulling van de lessen.
  • Meer en beter communiceren naar ouders wat we doen en leren op school (ook qua onderwijs).

Veiligheid

Wij willen graag dat iedereen zich veilig voelt op school. Daarom wordt jaarlijks de veiligheidsmonitor afgenomen. Dit is een vragenlijst waarmee het gevoel van veiligheid op de school in kaart wordt gebracht. Om het jaar wordt deze vragenlijst tegelijk afgenomen met het CEO, dan vullen ook ouders, medewerkers en specialisten de vragen in. Het andere jaar is de veiligheidsmonitor een losse vragenlijst enkel voor leerlingen.

 

Om rekening te houden met de mogelijkheden van al onze leerlingen zijn vier versies van de vragenlijst voor leerlingen beschikbaar:

  • een versie met de vragen en tekst;
  • een voorgelezen versie met tekst;
  • een versie met op elke pagina één vraag ondersteund door NmG;
  • een versie met op elke pagina één vraag met NGT.

 

De antwoordschaal bestaat uit oneens (1), meer oneens dan eens (2), meer eens dan oneens (3) en eens (4). De stellingen in de rubriek Sociale veiligheid 2 zijn negatief geformuleerd en hebben een omgekeerde antwoordschaal: nooit (1), soms (2), vaak (3) en altijd (4). Een lagere score op deze schaal geeft dus aan dat de leerlingen een hogere sociale veiligheid ervaren. Hieronder zijn de resultaten weergegeven voor de leerlingen, aangezien zij ieder jaar bevraagd worden.

* Let op, hier geldt een andere antwoordschaal

 

De school is trots op de mate waarin leerling sociale veiligheid ervaren op school. Leerlingen geven aan goed te weten bij wie ze terecht kunnen en voelen zich veilig op school. Ze stappen makkelijk op docenten af om hulp te vragen als dit nodig is.

Uitstroom en bestendiging

Wij houden bij naar welk niveau onze leerlingen uitstromen. Dit doen wij gericht door bij te houden of de leerlingen uitstromen volgens de verwachte uitstroombestemming in het ontwikkelingsperspectief (OPP) en of leerlingen twee jaar na het uitstromen nog steeds op dezelfde bestemming zitten (bestendiging). Deze gegevens worden jaarlijks door de Onderwijsinspectie uitgevraagd over het afgelopen schooljaar.

 

Onze vso-leerlingen worden voorbereid op de toekomst en in overleg met u als ouder en de leerling wordt gekeken naar de best passende (onderwijs)plek voor de leerling. Deze best passende plek kan zijn dat zij tussentijds uitstromen, naar een andere vso school of naar het regulier voortgezet onderwijs, of dat de leerling na het behalen van zijn/haar diploma uitstroomt naar vervolgonderwijs of gaat werken. De meest voorkomende bestemmingen zijn:

  • het regulier voortgezet (speciaal) onderwijs;
  • een mbo-opleiding;
  • een (begeleide) arbeidsplaats.

 

In 2022-2023 zijn in totaal 23 leerlingen uitgestroomd, waarvan er 8 leerlingen tussentijds zijn uitgestroomd naar een beter passend onderwijsplek. Het grootste gedeelte dat tussentijds uitstroomt, stroomt uit naar het regulier voorgezet onderwijs (83%). 17% stroomt uit naar het voortgezet speciaal onderwijs. De tussentijdse uitstroom is vergelijkbaar met vorig jaar.

Er zijn 15 leerlingen eind uitgestroomd. Hiervan is 47% vervolgonderwijs gaan volgen en is 53% uitgestroomd naar arbeid. Deze cijfers zijn vergelijkbaar met vorig jaar, er is een lichte daling in het percentage van leerlingen die vervolgonderwijs zijn gaan volgend (van 50% naar 47%).

In 2022-2023 is van alle uitgestroomde leerlingen (tussentijds en einduitstroom) het grootste deel (33%) naar een reguliere arbeidsplaats uitgestroomd. Dit percentage is duidelijk hoger dan vorig jaar (19%). Ook het percentage van leerlingen die naar mbo niveau 1 (entreeopleiding; bol/bbl) zijn uitgestroomd is gestegen (van 11% naar 28%). Er zijn in verhouding minder leerlingen naar vmbo bbl + kbl uitgestroomd (van 44% naar 19%).

De ambitie van de school is om van de leerlingen met het profiel arbeid 15% uit te laten stromen naar het mbo en 80% van de leerlingen met profiel vmbo naar het reguliere vmbo.

Eind-uitstroombestemming volgens OPP

Wij houden bij of de leerlingen die een diploma behalen op onze school, uitstromen op een bestemming die overeenkomt met de verwachting in het. Sinds dit jaar wordt dit niet meer vergeleken met het ontwikkelingsperspectief van twee jaar geleden maar met het meest recente ontwikkelingsperspectief. Dit jaar is 100% van alle einduitstroom leerlingen uitgestroomd volgens het verwachte niveau. Dit is verdubbeld vergeleken met vorig jaar (50%). Hierbij speelt het feit dat nu met het meest recente uitstroomperspectief vergeleken wordt mogelijk ook een rol: in het meest recente OPP wordt het uitstroomniveau goed ingeschat. De ambitie dat ten minste 90% van de leerlingen uitstroomt volgens het advies in het OPP, dit doel hebben we ruim behaald.

 

Bestendiging

Tot slot hebben we in kaart gebracht of de leerlingen die in schooljaar 2021-2022 zijn uitgestroomd, op 1 oktober 2023 nog steeds op hetzelfde niveau zitten als waarnaar zij zijn uitgestroomd. Dit is voor 83% van de leerlingen het geval. In vergelijking met vorige jaren is er een licht dalende trend te zien. Het aantal niet bestendige leerlingen is verdubbeld vergeleken met vorig jaar (van 8% naar 15%). De school streeft naar 90% bestendiging, dit is dit jaar helaas niet behaald.

Conclusies en actiepunten

De kleine leerlingaantallen en verzwaring van de problematiek, maken dat het moeilijk is om een adequate inschatting van percentages te maken.

 

Dee focus ligt steeds op de leerling zo goed mogelijk begeleiden naar een passend vervolgplek, en gedurende dit traject het maximale uit de leerlingen te halen.

Leergebied Overstijgende kerndoelen (vmbo-route)

In de vmbo stroom van het ACL wordt expliciet aandacht besteed aan de leergebied overstijgende (LGO) kerndoelen, onder te verdelen in de vier thema’s:

 

  • Leren leren (kerndoel 1 – 4)
  • Leren taak uitvoeren (kerndoel 5 – 7)
  • Leren functioneren in sociale situaties (kerndoel 8 – 9)
  • Ontwikkelen van een persoonlijk toekomstperspectief (kerndoel 10 – 11)

 

Hierbij is de keuze gemaakt om de kerndoelen 1 t/m 7 vooral aandacht te geven bij de reguliere VMBO vakken en het vak ‘Persoonlijke ontwikkeling’.  Dus niet als aparte lessen, maar als integraal onderdeel van ons gehele vakonderwijs. De kerndoelen 8 t/m 11 vormen een aparte lijn en zijn vormgegeven in de lessen SoVa, Rots & Water, logopedie, maatschappijleer, beroepenoriëntatie, beroepentoets, praktijklessen en bijbehorende stage. Aangezien deze laatste lijn geborgd is, zal de rest van dit beleid zich richten op kerndoelen 1 t/m 7, die vaardigheden omvatten die met name bij de schoolvakken aan de orde komen.

 

Gezien de taalproblematiek, en de daaruit voortvloeiende beperkingen in communiceren, wordt er bij het LGO extra aandacht besteed aan de kerndoelen waarbij communicatie een belangrijke rol speelt. Dit resulteert in een aangepaste indeling van de zeven kerndoelen:

 

  • Leren leren
  • Mening vormen
  • Leren taak uitvoeren
  • Samenwerken

 

Voor de vmbo stroom hanteren we de volgende schoolnormen bij het LGO signaleringsinstrument: we verwachten dat minimaal 80% van de leerlingen 0,8 scoort in de voortgangsrapportage op de 4 aparte gebieden aan het einde van het 1e leerjaar, in het 2e leerjaar 80% van de leerlingen minimaal 1,8 scoort en in het 3e leerjaar 80% van de leerlingen minimaal 2,8. Deze scores zijn gebaseerd op de gemiddelde scores van de afgelopen 3 jaar.

De leerlingen die uitstroomden in het schooljaar 2023/2024 na een driejarige vmbo-onderbouw,hebben gemiddeld 2,88 gescoord.

In deze groep is relatief veel sprake van comorbiditeit met bijvoorbeeld ASS/ADHD. Zij hebben echter langere tijd extra ondersteuning gehad, en komen daarmee op een goed gemiddelde uit: Van de 7 leerlingen behalen 6 de streefscore van 2,8.

 

De eerste lichting leerlingen die na een tweejarige onderbouw uitstroomden scoorden gemiddeld 1,87. Van deze groep heeft 85% de streefscore van 1,8 behaald. Twee leerlingen scoorden lager, maar deze zijn ook vanwege andere redenen en complexere problematiek uitgestroomd naar de arbeidsroute.

 

De leerlingen van het eerste leerjaar scoorden gemiddeld 0,84. Van deze leerlingen vielen er 3 van de 9 met name uit op ‘leren leren’. Dit was zeer herkenbaar in de groep en hierop zijn diverse interventies gepleegd. We verwachten komend schooljaar bij deze groep dan ook minder uitval.

 

Als we kijken naar de scores van 2021/2022 en 2022/2023 zien we de volgende  scores voor alle drie de leerjaren:

  • Voor 2021-2022 waren deze scores 0,88 voor het eerste leerjaar, 1,87 voor het tweede leerjaar en 2,8 voor het derde leerjaar. De streefscores zijn dus 100% behaald.
  • Voor het schooljaar 2022/2023 behaalde in het eerste leerjaar 100% van de leerlingen de streefscore, in het tweede leerjaar was dit 92%. De leerlingen die dat jaar uitstroomden, hebben gemiddeld 2,74 gescoord: het kleine leerlingaantal en de zware problematiek in deze groep geven een vertekend beeld.

 

Onze ambitie voor het schooljaar 2024/2025 is weer dat 80% van de leerlingen de streefscores behaald. We zijn ons ervan bewust dat door de kleine leerlingaantallen percentages snel afwijken. Ook de zwaardere problematiek heeft invloed. Door vanaf het begin goed te werken aan de LGO-doelen, willen we de streefscores desondanks behalen.

Indicatoren en Competenties

Compasser

In de arbeidsroute wordt er gewerkt met het instrument Compasser om de ontwikkeling van leerlingen inzichtelijk te maken. Het instrument Compasser richten wij zo in dat het past bij onze leerlingen en onze school. In Compasser maken wij inzichtelijk waar een leerling aan werkt en wat de mate van beheersing is. De ontwikkeling wordt inzichtelijk in het portfolio van de leerling. Als professionals kunnen wij de resultaten per leerling bekijken, per groep en van de hele school. Zo krijgen wij zicht op trends en patronen en kunnen wij ons onderwijs verder afstemmen op wat de leerlingen nodig hebben.

 

Indicatoren en Competenties

In de arbeidsroute worden sinds schooljaar 2017 – 2018 de (arbeids)competenties van de leerlingen gemeten en gevolgd. De vragenlijst Indico wordt hiervoor gebruikt en deze vragenlijst staat in Compasser. Indico staat voor indicatoren en competenties. De competenties zijn een set van ‘kennis, vaardigheden en houding/gedrag’. De indicatoren waarop wij meten, maken de competenties meetbaar. Iedere competentie is opgebouwd uit meerdere indicatoren. De leerling wordt beoordeeld op de indicatoren zodat inzichtelijk wordt in welke mate de leerling de competenties beheerst. De Indico sluit aan bij kerndoelen ‘Voorbereiding op arbeid’ en de ‘Leergebied overstijgende kerndoelen’.  De Indico sluit eveneens aan op het mbo-kwalificatiedossier op niveau 1 (entreeopleiding) en het begrippenkader zoals dat gehanteerd wordt in de Participatiewet. De totale competentielijn is gericht op de competenties van de reguliere arbeidsmarkt op en onder mbo-1 niveau.

 

De competentielijn Indico beschrijft wat een leerling moet kennen en kunnen om succesvol uit te kunnen stromen naar de uitstroombestemming. De ontwikkeling van de vaardigheden van alle leerlingen in de arbeidsroute worden op basis van deze lijn gevolgd en vastgelegd. De Indico bestaat uit drie onderdelen:

 

  1. De competenties arbeidsvaardigheden
  2. Beroepsoriëntatie
  3. Belastbaarheid

Ambitie en opbrengsten

De vastgestelde norm voor de schoolverlaters met uitstroomperspectief reguliere arbeid was voor schooljaar 2022 – 2023 dat alle schoolverlaters minimaal 94% gemiddeld scoren op de normindicatoren en minimaal 85% op de restindicatoren.  De schoolverlaters hebben uiteindelijk gemiddeld 90,4% gescoord op de normindicatoren en 90,5% gescoord op de restindicatoren. Bij beide indicatoren haalt 71% van de leerlingen de gestelde norm.  Voor schooljaar 2023-2024 wilden wij op zowel de normindicatoren als de restindicatoren een score van 90% halen. Op de normindicatoren is een gemiddelde score van 90,0% gehaald. Op de restindicatoren was de gemiddelde score 84,2%, dit is dus iets lager dan het streefniveau.
We zien dat bij deze groep niet zozeer het cognitieve niveau lager is, maar wel de communicatieve redzaamheid (verdichting van de problematiek)

 

Voor het schooljaar 2024-2025 streven we, ondanks de verzwaring van de problematiek die we de laatste jaren zien, weer op zowel de normindicatoren als de restindicatoren naar een score van 90% .

 

Inspectie

De onderwijsinspectie doet eens in de vier jaar een uitgebreid onderzoek bij het bestuur en de scholen van Auris. Hiermee onderzoeken ze of alle leerlingen onderwijs krijgen van voldoende kwaliteit. En of scholen voldoen aan de wet- en regelgeving en of ze hun financiën op orde hebben. De onderwijsbesturen zijn hiervoor verantwoordelijk en daarom doet de inspectie een uitgebreid onderzoek bij ieder bestuur.

 

In 2019 is de Stichting Onderwijs Koninklijke Auris Groep voor het laatst beoordeeld. De kwaliteit van het onderwijs is beoordeeld met een voldoende. Het laatste rapport is te vinden op de website van de onderwijsinspectie (zoek op ‘Stichting Onderwijs Koninklijke Auris Groep’). Op deze pagina zijn ook de specifieke resultaten per school te vinden.

 

Meer informatie over de onderzoeken van de inspectie is te vinden op  de website van de onderwijsinspectie.

Interne audits

Minimaal elke drie jaar vindt een interne audit op de school plaats. Het auditteam komt dan langs op de school en onderzoekt of de school werkt volgens de goede procedures. De laatste interne audit heeft plaatsgevonden in 2022 en een voortgangsgesprek in 2023.

 

Tijdens de auditdagen is een vriendelijke, rustige en goede school gezien voor leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis. De school heeft een breed aanbod en goede samenwerking in de regio, met een duidelijke focus op een (warme) uitstroom. De veiligheid staat hoog in het vaandel en leerlingen en medewerkers ervaren een prettige sfeer waarin zij samenwerken. Het leerstofaanbod past bij het uitstroomperspectief van de leerlingen en er wordt eraan gewerkt om ook op vakinhoudelijk gebied streefniveaus vast te stellen om het onderwijs hierop te kunnen verbeteren. Met de gegeven tips op het onderdeel kwaliteitszorg is de school volop aan de slag gegaan en als voldoende beoordeeld op het voortgangsgesprek.

Professionalisering

De ontwikkeling van onze medewerkers staat niet stil. Intern organiseren wij verschillende studiedagen. Daarnaast nemen onze medewerkers ook actief deel aan diverse externe cursussen en opleidingen. Alle nieuwe medewerkers nemen deel aan doelgroep specifieke (TOS, Doof/SH) professionalisering.

 

Daarnaast geven medewerkers op basis van ontwikkelingsplannen zelf aan waar zij zich verder in willen ontwikkelen.

Schoolondersteuningsprofiel

Alle scholen van Auris bieden extra ondersteuning aan leerlingen. Met extra bedoelen wij dat we meer bieden dan een reguliere school. Denk bijvoorbeeld aan ondersteuning door de logopedist. Dat biedt iedere school van Auris. In de schoolgids lees je welke extra ondersteuning alle scholen van Auris bieden.

Hieronder lees je meer over onze voertaal, leerlingpopulatie, voorzieningen, medewerkers en leervoorwaarden.

Voertaal

Op Auris College Leiden is gesproken Nederlands de voertaal. In de lessen wordt incidenteel gebruik gemaakt van Nederlands met Gebaren (NmG) of Nederlandse gebarentaal (NGT). Ter ondersteuning van het gesproken Nederlands wordt gebruik gemaakt van diverse middelen voor visuele ondersteuning.

 

Kenmerken van de leerlingpopulatie

Bij Auris College Leiden kunnen leerlingen worden toegelaten die een onderwijsarrangement hebben ontvangen vanuit de CvO voor cluster 2 onderwijs. Het onderwijsaanbod is voornamelijk gericht op leerlingen met een TOS. Een leerling komt op Auris College Leiden:

  • Als de leerling een auditieve beperking en/of een ernstige taalontwikkelingsstoornis heeft (de ernstmaat);
  • én de leerling daardoor ernstige beperkingen ondervindt in de onderwijsparticipatie die gerelateerd zijn aan zijn auditieve beperking en/of taalontwikkelingsstoornis (de onderwijsbehoefte);
  • én wanneer extra ondersteuning middels een ondersteuningsarrangement cluster 2 op een reguliere school, niet toereikend is om te voldoen aan de onderwijsbehoeften van de leerling;
  • de leerling toelaatbaar wordt geacht door de CvO tot een intensief onderwijsarrangement.

Voorzieningen

Het Auris college is een ruim opgezette school. Ook op het schoolplein is er genoeg ruimte voor de leerlingen met speelmogelijkheden (voetbal en basketbal). De school is geschikt voor onze doelgroep, onder andere door de goede akoestiek. Verder zijn de volgende voorzieningen aanwezig:

  • Lift
  • Keuken en kantine voor leerlingen
  • Kluisjes
  • Ruime aula
  • Rolstoeltoegankelijk
  • Bredere gangen (i.r.t. aantal leerlingen)
  • Grotere lokalen (i.r.t. aantal leerlingen)

 

Organisatorische voorzieningen 
Binnen onze school wordt gewerkt met de Kanjermethode in het vmbo en leefstijl in de arbeidsroute. Verder krijgen alle leerlingen sociale vaardigheidstraining en Rots en Water. Op aanvraag worden ook krachttraining en creatieve therapie aangeboden. Leerlingen die dyslectisch zijn, kunnen op een laptop of i-Pad werken met compenserende programma’s. Het is mogelijk een device van school in bruikleen te krijgen.

 

Medewerkers

In de onderstaande tabel zijn de specialisten van de school weergegeven:

  • Teamleiders
  • Zorgcoördinator
  • Orthopedagoog
  • Logopedisten
  • Docenten
  • Vakdocenten (koken, beeldende vorming, techniek, groen)
  • Creatief therapeut
  • Administratief en facilitaire ondersteuners

 

Leervoorwaarden

Onze expertise en ons onderwijs is gericht op leerlingen met een ernstige taalontwikkelingsstoornis en leerlingen of slechthorend zijn. Het is belangrijk dat daarnaast wordt voldaan aan de volgende leervoorwaarden:

  • De leerling is leerbaar en staat open voor leren;
  • De leerling heeft baat bij een aanbod gericht op het uitbreiden van de communicatieve redzaamheid;
  • De leerling is verbaal en fysiek niet grensoverschrijdend naar anderen;
  • De leerling kan wisselingen aan van les, leraar en ruimte, of kan dit op termijn bereiken;
  • De leerling kan omgaan met interactieve lessen waarin het uitlokken van communicatie centraal staat;
  • De structuurbehoefte van de leerling is niet voorliggend om tot leren te komen;
  • De leerling is in staat om klassikaal (in een groep van 12-18 leerlingen) onderwijs te volgen en is aanspreekbaar op zijn gedrag.

 

Indien de hulpvragen specifiek liggen op het gebied van structuur en voorspelbaarheid, wordt geadviseerd plaatsing binnen een cluster 3 of 4 te onderzoeken. Er zijn geen aparte klassen (bijvoorbeeld structuurgroepen, autisme-groepen, time-out roepen of observatiegroepen) aanwezig bij Auris.

 

Uiteraard proberen wij alle leerlingen zo goed mogelijk onderwijs te bieden.
Een leerling die onderwijs volgt op Auris College Leiden moet baat hebben bij het aanbod waarbinnen het uitbreiden van de communicatieve vaardigheden mogelijk is. Wanneer er sprake is van een non verbale IQ-score of verbale IQ-score lager dan 80 dient een differentiaal afweging gemaakt te worden. Dat wil zeggen dat geadviseerd wordt om af te wegen of er beter aan de onderwijsbehoeften van de leerling voldaan kan worden binnen een andere onderwijsinstelling.
De school legt, in bovengenoemde gevallen, de situatie aan de CvO voor om na te gaan of de leerling nog toelaatbaar is tot het voortgezet speciaal onderwijs van Auris.